-
1 een jas op de grond uitspreiden
een jas op de grond uitspreidenDeens-Russisch woordenboek > een jas op de grond uitspreiden
-
2 een jas op de grond uitspreiden
een jas op de grond uitspreidenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een jas op de grond uitspreiden
-
3 uitspreiden
1 [vaneen spreiden] étendre2 [verspreiden] étaler3 [uit elkaar strekken] écarter♦voorbeelden:de krant uitspreiden • ouvrir largement le journal -
4 uitspreiden
1 [uit elkaar leggen] spread (out)♦voorbeelden: -
5 shake down
gaan slapen; schudden; bewegen; geld afpersen; afpersing; zoekenshake down2 goed/gesmeerd gaan lopen ⇒ werken, goed afgesteld zijn 〈van machine e.d.〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (af/uit)schudden♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский